Wat betekent mener in Frans?

Wat is de betekenis van het woord mener in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van mener in Frans.

Het woord mener in Frans betekent voorlopen op, leiden, uitvoeren, verrichten, leiden, aanvoeren, voorop liggen, op kop liggen, voorstaan, aan de leiding, op kop, vóór, leiden, aanvoeren, aanjagen, leiden, brengen, besturen, leiden, leiden, begeleiden, brengen, vervullen, ontplooien, voeren, leiden, doorgaan met, spelen, peilen, onderzoeken, campagne voeren, stemmen werven, brassen, afmaken, voltooien, commanderen, misleiden, oorlog stoken, oorlog zoeken, , uitvoeren, meningen verzamelen, iets aanpakken, aan het lijntje houden, , iemand misleiden, afronden, voltooien, leiden naar, iem. voor de gek houden, groots, luxueus. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord mener

voorlopen op

verbe transitif (une course)

Le coureur allemand mène actuellement la course.

leiden

verbe transitif (une vie) (bestaan)

Mon grand-père a mené (or: a vécu) une vie dure.

uitvoeren, verrichten

leiden, aanvoeren

verbe transitif (une enquête,...)

L'inspecteur en chef dirige (or: mène) l'enquête.

voorop liggen, op kop liggen

Le coureur a une avance de trente mètres.

voorstaan

verbe transitif (avoir une avance sur)

Il devançait (or: menait) l'autre joueur de 30 mètres.

aan de leiding, op kop

verbe intransitif

Avec treize points d'avance sur les Ours détestés, ce sont les Loups qui mènent actuellement.
Met 13 punten voorsprong op de Bears, zijn de Wolven momenteel aan de leiding.

vóór

verbe intransitif (Sports) (sport)

L'équipe mène un-zéro contre son adversaire.

leiden, aanvoeren

Logan fut désigné pour mener le nouveau projet au sein du département marketing.

aanjagen

verbe transitif

Le milieu de terrain a mené (or: propulsé) l'équipe de football vers la victoire.

leiden, brengen

verbe transitif (vers la victoire,...)

Le joueur vedette a mené (or: porté) son équipe vers la victoire.

besturen

C'est Helen qui gère vraiment le bureau.

leiden

verbe transitif

De nombreux moines vivent (or: mènent) une vie de spartiate.

leiden

verbe transitif

Il vit (or: mène) une vie morale, à l'image de ses paroles.

begeleiden, brengen

L'assistant a conduit (or: mené) le visiteur au bureau du patron.

vervullen, ontplooien

verbe transitif

voeren, leiden

Menez-les à un accord en utilisant des arguments logiques.

doorgaan met

La mairie va exécuter (or: mener à bien) ses projets d'élargissement de la route.

spelen

(figuré) (informeel)

S'il mène bien sa barque, il pourrait aller à New York.
Als hij het slim speelt kan hij naar New York vertrekken.

peilen, onderzoeken

Rupert a mené une enquête d'opinion mais n'a reçu aucun soutien pour sa suggestion.

campagne voeren

L'homme politique mena une campagne acharnée lors des sénatoriales.

stemmen werven

brassen

afmaken, voltooien

locution verbale

Il est très bon pour démarrer les choses mais il n'arrive jamais à mener à bien ce qu'il entreprend.

commanderen

verbe transitif

Arrête de me mener à la baguette, tu n'es pas mon patron.

misleiden

oorlog stoken, oorlog zoeken

verbe intransitif

verbe transitif

uitvoeren

(une action, une tâche)

Si vous ne pouvez réaliser les activités demandées, trouvez quelqu'un qui le peut.

meningen verzamelen

(officiellement, auprès de personnes)

Le journal a mené une enquête auprès de 50 000 personnes pour récolter leurs avis sur des problèmes actuels.

iets aanpakken

Tu ne devrais pas te mettre à réparer la table qui est cassée ?
ⓘCette phrase n'est pas une traduction de la phrase originale. Wordt het geen tijd dat je de kapotte tafel gaat aanpakken? Hoe moet ik het plafond schilderen als ik geen ladder heb?

aan het lijntje houden

(figuurlijk)

John fait marcher Janet depuis trois ans, mais il ne veut pas l'épouser.

iemand misleiden

(figuré) (figuurlijk)

J'ai cru qu'il m'aimait mais il me faisait juste marcher.

afronden, voltooien

verbe transitif

Ce ne sera pas facile, mais nous allons mener à bien ce projet.

leiden naar

iem. voor de gek houden

verbe transitif

Ne t'avise pas de me mener en bateau. Je le saurai tout de suite.

groots, luxueus

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van mener in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.